Wijzigingen registratie- en successierechten per 1 januari 2024

Het nieuwe jaar brengt een aantal wijzigingen met zich mee vanaf 1 januari 2024 in de registratie- en successierechten op het vlak van successieplanning. We geven hieronder een samengevat overzicht.

1. Verhoging van de patrimoniumtaks voor private stichtingen

De patrimoniumtaks is een taks op de bezittingen van een private stichting. Het tarief was 0,17%. Private stichtingen met een vermogen van minder dan € 25.000 waren niet onderworpen aan de taks. Ook gold er thans een uitsluiting van bepaalde goederen, zoals buitenlands vastgoed. Aandelen van vennootschappen waarvoor de private stichting certificaten uitreikt, vielen evenmin onder de taks. Voor de berekening van de taks wordt er gekeken naar het geheel van de bezittingen die de vzw of private stichting in eigendom heeft op 1 januari van het betreffende aanslagjaar.

Vanaf 1 januari 2024 zijn er verschillende wijzigingen op dit punt (https://june.estate/wijzigingen-voor-private-stichtingen-en-vzws-van-015-naar-045-patrimoniumtaks/).

We vatten ze nog kort samen:

  1. Het nieuwe tarief is 0,45%, wat een aanzienlijke verhoging is t.a.v. het oude tarief. De vrees is dat deze verhoging heel wat werkingsmiddelen aan private stichtingen en VZW’s ontneemt.
  2. De grens voor de vrijstelling van de taks ligt wel hoger dan vandaag, en gaat van € 25.000 euro naar € 50.000.
  3. Buitenlandse onroerende goederen zijn niet langer vrijgesteld. Aandelen van vennootschappen waarvoor de private stichting certificaten heeft uitgereikt wel.

2. Verhoging registratierechten op erfpacht en opstal van 2% naar 5%

Het recht van erfpacht en opstal zijn zakelijke rechten met betrekking tot onroerende goederen.

Het recht van erfpacht is het recht om het volle genot te hebben van een onroerend goed, dat aan iemand anders toebehoort, gedurende een periode van minimaal 15 jaar tot maximaal 99 jaar.

Het recht van opstal daarentegen, is het recht om de eigendom van gebouwen of beplantingen te hebben op andermans grond, gedurende een periode van maximaal 99 jaar.

Sinds 1 januari 2024 bedraagt het tarief 5%. De grondslag zijn de vergoedingen die de opstalhouder of erfpachthouder moeten betalen aan de eigenaar.

Voorbeeld: een erfpacht wordt gevestigd voor 30 jaar, met een pacht van € 30.000 per jaar. Er zullen 5% op 900.000 euro (30*30.000) of 45.000 euro aan registratierechten verschuldigd zijn.

Tot voor kort moest de erfpachter of de opstalhouder een registratierecht van 2% betalen. Tot en met 30 juni 2013 was dit tarief overigens 0,2%. Op 10 jaar tijd een serieuze belastingverhoging dus.

3. Wijziging diverse regels over schenkings- en successierechten in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

Vanaf 1 januari 2024 gelden nieuwe regels met betrekking tot de Brusselse schenkings- en successierechten. De nieuwe regels zijn vervat in de Ordonnantie van 6 juli 2023 (Ordonnantie van 6 juli 2023 tot wijziging van het Wetboek der successierechten en van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten met het oog op het aanpassen van de Brusselse fiscale regelgeving aan de nieuwe gezinsstructuren en het bevorderen van de overdrachten tussen generaties, BS 27 september 2023).

De wijzigingen gaan voornamelijk over de wijziging in het begrip ‘partner’, waarbij feitelijke samenwoners onder bepaalde voorwaarden vanaf nu gelijkgesteld zijn met echtgenoten en wettelijke samenwoners. Deze gelijkschakeling bestaat al langer in het Vlaamse Gewest, maar vooralsnog niet in het Waalse Gewest, waar feitelijke samenwoners dus ‘vreemden’ blijven. Verder is er ook de introductie van het ‘vriendenlegaat’, gelijkaardig aan de ‘vriendenerfenis’ in het Vlaamse Gewest. En tot slot de facilitering van de zogenaamde generatiesprong bij de verwerping van een erfenis. Een volledig overzicht van alle wijzigingen is beschreven door E. SPRUYT, “Brussel stemt Wetboek Successie- en registratierechten af op nieuwe gezinsstructuren”, Notariaat 2023, afl. 10, 1-11.

Feitelijke samenwoning in de successierechten

Allereerst kunnen feitelijke samenwoners nu ook genieten van de tarieven voor de successierechten die gelden voor echtgenoten en wettelijke samenwoners. Zij zijn dus ook ‘partners’. Wel is vereist dat zij minstens 1 jaar samenwonen (inschrijving op hetzelfde adres geldt als een vermoeden) en een gemeenschappelijke huishouding voeren. Die termijn is 3 jaar als het gaat om het voordeeltarief bij de gezinswoning of voor het vlak tarief van 3% in het kader van familiale ondernemingen of familiale vennootschappen.

De vrijstelling voor de gezinswoning blijft dus uitsluitend voorbehouden voor echtgenoten en wettelijke samenwoners!

Ook wanneer feitelijke samenwoners niet langer samenleven, maar wel gemeenschappelijke kinderen hebben, is er een gelijkstelling.

Feitelijke samenwoning in de schenkingsrechten

Voor de schenkingsrechten komt er nu een gelijkschakeling voor feitelijke samenwoners. Weliswaar opnieuw met de voorwaarde dat zij gedurende 1 jaar samenwonen en een gemeenschappelijke huishouding voeren. Zo kunnen feitelijke samenwoners nu ook roerende goederen aan elkaar schenken tegen het vlak tarief van 3%. Voor de familiale onderneming of aandelen van een familiale vennootschap is er ook de vrijstelling, wel met de vereiste dat zij 3 jaar samenwonen in plaats van 1 jaar (zie hoger).

Vriendenlegaat

In navolging van het Vlaams Gewest volgt nu ook het Brussels Gewest met het concept van de ‘vriendenerfenis’. De idee is dat men bepaalde personen een deel van het vermogen moet kunnen nalaten zonder dat die personen daar torenhoge successierechten op betalen.

Het tarief van 3 % wordt slechts toegepast tot een maximaal totaalbedrag van € 15.000 voor de gehele nalatenschap. Men kan het voordeel niet toekennen aan meerdere ‘vrienden’, enkel spreiden over verschillende vrienden.

Overschrijdt het legaat € 15.000, dan gelden voor het surplus de normale tarieven.

De groep van personen die van het voordeel kunnen genieten, is relatief ruim (cf. art. 48 Br.W.Succ.): a) de broers en zussen van de testator, b) ooms, tantes, neven en nichten en c) “alle andere personen”.

Afstand van erfenis veel voordeliger

Artikel 68 Br.W.Succ. stelt dat in geval van verwerping de successierechten verschuldigd door de personen die daar het voordeel genieten niet lager mag zijn dan de successierechten die de verwerpende erfgenaam had moeten betalen. Met andere woorden, met doet fiscaal alsof de verwerping niet heeft plaatsgevonden. Anders gezegd: fiscaal doet men alsof de verwerping niet heeft plaatsgevonden.

Ouders die de erfenis van hun ouders (grootouders) verwerpen ten voordele van hun kinderen (kleinkinderen) hebben er fiscaal dus geen baat bij om dat te doen.

Artikel 68 geldt niet langer, zodat de kleinkinderen in het voorbeeld dus de successierechten wel mogen berekenen alsof zij zelf en rechtstreeks van hun grootouder hebben geërfd. Ook op dit vlak is de Brusselse regeling nu gelijk aan de Vlaamse regeling.

June, 1 januari 2024.

Andere nieuwsberichten

Publicaties van de Vlabel in de maand oktober 2024

In de maand oktober waren er in totaal 9 relevante voorafgaande beslissingen voor estate planning: Onrechtstreekse schenking via beding ten behoeve van derde via maatschap (VB 24046) Onrechtstreekse schenking via beding ten behoeve van derde via maatschap (VB 24050)...

Lees meer

Wijzigingen in de Waalse registratie- en successierechten

De Waalse regering heeft afgelopen week in een eerste lezing een tweeledige hervorming goedgekeurd van de Waalse registratie- en successierechten. Hieronder vindt u een kort overzicht van de vooropgestelde regeling. Deze is dus nog onder voorbehoud, maar zij is...

Lees meer

Publicaties van de Vlabel in de maand augustus 2024

In de week van 26 augustus publiceerde de Vlabel 5 voorafgaande beslissingen op het vlak van successieplanning. Wijziging huwelijkscontract - toevoeging optioneel verblijvingsbeding en optioneel toebedelingsbeding (VB 24043) Oprichting maatschap gevolgd door...

Lees meer

Publicaties van de Vlabel in de maand juli 2024

Voor de publicaties van de Vlabel in de zomer geven we een maandelijks overzicht. Zo kunt u volledig geüpdatet opnieuw starten na de zomervakantie. Hieronder vindt u de bespreking van de publicaties op de website van de Vlabel in de maand juli. 1. VB 24015: Inbreng in...

Lees meer

Wil je op de hoogte blijven?

Schrijf je in op onze nieuwsbrief!