Publicaties van de Vlabel in april 2025

In april publiceerde de Vlabel negen relevante beslissingen voor successieplanning.

VB 25007: Gunstregime familiale vennootschap voorafgegaan door inbreng aandelen waarbij de participatievoorwaarde niet kan vervuld worden

In deze voorafgaande beslissing wenst de aanvrager zijn minderheidsparticipatie in holding A in te brengen in zustervennootschap holding B, waarna hij de aandelen van B wil schenken of vererven met toepassing van het gunstregime voor familiale vennootschappen (artikel 2.8.6.0.3 VCF of artikel 2.7.4.2.2 VCF).

Het probleem ontstond doordat de aanvrager door eerdere kapitaalverhogingen in A (gefinancierd door B) zijn meerderheidsparticipatie in A zag veranderen in een minderheidsparticipatie. Hierdoor kon niet meer worden voldaan aan de participatievoorwaarde voor het gunstregime familiale vennootschappen. Door de inbreng van zijn resterende aandelen A in B zou B 100% van de aandelen in A bezitten.

De verrichting werd ingegeven door een “One Roof”-principe: centralisatie van beide takken van de groep om synergieën en verdere groei te realiseren. De Vlabel bevestigde dat de beoogde rechtshandelingen geen fiscaal misbruik uitmaken, zelfs al volgen ze elkaar op binnen een redelijke termijn. Ook al wordt er een vrijstelling in de schenkbelasting benut, dan nog wegen de niet-fiscale bedrijfseconomische motieven voldoende op tegen de fiscale motieven. Indien aan alle voorwaarden van de gunstregeling is voldaan, kunnen de aandelen van B geschonken of vererfd worden met toepassing van de gunstmaatregel.

VB 25008: Ontbinding schenkingen en herschenkingen onder gewijzigde modaliteiten

Deze complexe beslissing betreft de ontbinding van schenkingen uit 2014 (certificaten van aandelen NV A via Nederlandse STAK) en daaropvolgende herschenkingen via nieuw opgerichte Belgische STAK, met verfijnde voorwaarden en restschenkingen voor een onbeperkt aantal generaties.

De aanvragers X, Y en Z hadden in 2014 hun certificaten geschonken aan hun kinderen met beperkte voorwaarden. Door de groei van het familiebedrijf en de komst van kleinkinderen voldeden deze voorwaarden niet meer aan hun wensen voor een duurzame transgenerationele vermogensplanning. Ze ontbonden daarom in wederzijds akkoord de oorspronkelijke schenkingen en deden herschenkingen onder verfijnde modaliteiten.

De Vlabel bevestigde dat de ontbinding van de schenkingen van 2014 niet onderworpen is aan schenkbelasting bij gebrek aan animus donandi. De herschenkingen zijn evenmin onderworpen aan schenkbelasting omwille van het beginsel “non bis in idem” – op dezelfde goederen aan dezelfde begiftigden werd reeds schenkbelasting geheven in 2014. Wel zijn de nieuwe restschenkingen onderworpen aan schenkbelasting wanneer ze actueel worden, met eventuele toepassing van het gunstregime familiale vennootschappen. De verrichtingen maken geen fiscaal misbruik uit gelet op de uitgebreide niet-fiscale motieven voor verfijning van de familiale governance.

VB 25012: Wijziging huwelijksovereenkomst – toevoeging optioneel verblijvings- en toekenningsbeding

Echtgenoten X-Y, gehuwd onder scheiding van goederen sinds 1982, wensen hun huwelijksovereenkomst te wijzigen door toevoeging van een optioneel verblijvings- en toekenningsbeding. Het verblijvingsbeding heeft betrekking op onverdeelde goederen (drie onroerende goederen), het toekenningsbeding op specifieke eigen goederen van elk van de echtgenoten.

De echtgenoten wensen hun basisstelsel van scheiding van goederen te behouden omwille van de autonomie en bescherming tegen schuldeisers, maar willen wel de langstlevende maximaal begunstigen bij overlijden met zo ruim mogelijke voorrang op de erfrechtelijke aanspraken van hun twee gemeenschappelijke kinderen.

De Vlabel bevestigde dat huwelijksvoordelen huwelijksvermogensrechtelijk worden verkregen en niet als erfrechtelijke verkrijging kwalificeren. In de mate dat de bedingen burgerrechtelijk kwalificeren als huwelijksvoordelen met zakenrechtelijke werking, werkt deze kwalificatie door in het fiscaal recht. De uitwerking van de bedingen is daarom niet belast op grond van één van de (fictie)bepalingen van de VCF. Gelet op de concrete feitenconstellatie en de voorgelegde niet-fiscale motieven maakt de voorgenomen verrichting geen fiscaal misbruik uit.

VB 25019: Voorhuwelijks huwelijkscontract scheiding van goederen met optioneel verblijvings- en toekenningsbeding

Deze beslissing betreft een voorgenomen huwelijkscontract tussen de heer X en mevrouw Y, die reeds jaren feitelijk samenwonen en drie minderjarige kinderen hebben. Zij wensen te huwen onder scheiding van goederen met toevoeging van een optioneel verblijvings- en toekenningsbeding.

De aanstaande echtgenoten opteren voor scheiding van goederen omwille van hun professionele autonomie, bescherming tegen schuldeisers en omdat ze geen vermogensdeling wensen bij ontbinding van het huwelijk anders dan door overlijden. Wel wensen ze bescherming voor de langstlevende echtgenoot via huwelijksvoordelen die reservebestendiger zijn dan testamentaire beschikkingen.

Net zoals in VB 25012 bevestigde de Vlabel dat huwelijksvoordelen ten bezwarende titel zijn en huwelijksvermogensrechtelijk worden verkregen. De toebedeling van onverdeelde goederen zal bij onroerende goederen leiden tot heffing van verdeelrecht indien de verkrijger een groter aandeel krijgt. De toekenning van eigen onroerende goederen leidt tot heffing van verkooprecht indien de verkrijger een aandeel verkrijgt dat hij eerder niet had. De verrichting maakt geen fiscaal misbruik uit gelet op de niet-fiscale motieven.

VB 25005: Verkrijging van de blote eigendom door de vruchtgebruiker – geheelheid volle eigendom

Echtgenoten X-Y hadden in 2021 via gesplitste aankoop het vruchtgebruik van hun hoofdverblijfplaats verworven, terwijl hun zoon Z de blote eigendom kocht. Nu wensen zij de blote eigendom aan te kopen van hun zoon, waardoor zij de volledige volle eigendom zouden verkrijgen.

De vraag was of deze aankoop van de blote eigendom door de vruchtgebruikers in aanmerking komt voor het verlaagde tarief van 2% voor de eigen woning (artikel 2.9.4.2.11 VCF), meer bepaald of voldaan is aan de voorwaarde van “verkrijging van de geheelheid volle eigendom”.

De Vlabel bevestigde dat een verkrijging die leidt tot het bezit van de geheelheid volle eigendom in aanmerking kan komen voor het verlaagde tarief van 2%, maar enkel als de verkrijging de aard heeft van een zuivere aankoop. Aangezien het gaat om een zuivere aankoop van de blote eigendom door de vruchtgebruikers die leidt tot het bezit van de geheelheid volle eigendom, kan het verlaagde tarief van 2% worden genoten als ook voldaan is aan de andere voorwaarden van artikel 2.9.4.2.11 VCF.

VB 25004: Kanscontract tussen feitelijke samenwonenden

Feitelijke samenwonenden X en Y (beiden 64 jaar, geen kinderen) wensen een kanscontract af te sluiten betreffende hun respectieve effectenportefeuilles ter waarde van circa €785.000-790.000 elk. Het betreft een niet-optioneel kanscontract waarbij de langstlevende bij overlijden van de andere de volledige effectenportefeuille verkrijgt.

Het kanscontract voldoet aan alle vereisten: beperking onder bijzondere titel (specifiek omschreven effectenportefeuilles), evenwichtig kanscontract door gelijke leeftijd, goede gezondheidstoestand en gelijkwaardige inleg, vervreemdingsverbod en overeenkomst voor onbepaalde duur. Zaakvervanging is conventioneel voorzien voor transacties van wederbelegging.

De Vlabel bevestigde dat het contract kwalificeert als een kanscontract ten bezwarende titel. Een effectenportefeuille wordt beschouwd als een feitelijke universaliteit, waarbij het contract betrekking heeft op de effectenportefeuille in zijn geheel zonder afbreuk te doen aan de vereiste dat het contract onder bijzondere titel moet zijn. Er zal geen erfbelasting noch schenkbelasting geheven worden. De niet-fiscale motieven (wederzijdse bescherming, behoud levensstandaard) wegen voldoende op tegen fiscale overwegingen.

VB 24117: Beding van aanwas tussen echtgenoten

Echtgenoten X-Y, gehuwd onder scheiding van goederen, wensen een optioneel aanwascontract af te sluiten betreffende dertien termijnrekeningen ter waarde van circa € […] die zij in onverdeeldheid aanhouden. De heer X is 78 jaar, mevrouw Y 75 jaar, beiden in goede gezondheid volgens medische attesten.

Het aanwascontract bevat de klassieke vereisten: beperking onder bijzondere titel (specifiek omschreven termijnrekeningen), evenwichtig kanscontract door gelijkaardige levensverwachting en gelijkwaardige inleg, vervreemdingsverbod en overeenkomst voor onbepaalde duur. Zaakvervanging is conventioneel voorzien.

De Vlabel bevestigde dat het contract kwalificeert als een evenwichtig kanscontract ten bezwarende titel. Het optionele karakter met terugwerkende kracht tot het overlijden van de eerststervende werd aanvaard. Er zal geen erfbelasting noch schenkbelasting geheven worden. De niet-fiscale motieven (wederzijdse bescherming, behoud levensstandaard, reservebestendigheid) wegen voldoende op tegen fiscale overwegingen, waardoor geen sprake is van fiscaal misbruik.

VB 24115: Kanscontract tussen zussen

Zussen X (38 jaar) en Y (35 jaar) sloten in 2015 een kanscontract betreffende aandelen in familiale vennootschappen (NV C, D en E) die zij via schenking van hun moeder verkregen hadden. Door fusies en herstructureringen betreft het kanscontract nu 2.988 aandelen NV C en 11.160 aandelen NV E, met toepassing van conventionele zaakvervanging.

Het kanscontract bevat een voorwaarde dat het enkel uitwerking krijgt indien geen van de zussen afstammelingen in rechte lijn heeft op het moment van overlijden – de zussen wensten het reservataire erfrecht van hun toekomstige afstammelingen niet vooraf uit te hollen. Het contract bevat verder vervreemdingsverbod, zaakvervanging en is niet-optioneel.

De Vlabel bevestigde dat het kanscontract geldig is ten bezwarende en bijzondere titel. De gelijkaardige levensverwachting (leeftijdsverschil van 3 jaar), gelijkwaardige inleg en evenwichtige kansen maken het tot een geldig kanscontract. Er zal geen erfbelasting noch schenkbelasting geheven worden. Het contract maakt geen fiscaal misbruik uit gelet op de sterke niet-fiscale motieven voor bescherming van de langstlevende en continuïteit van de familiale groep.

VB 24114: Wijziging en aanvulling van schenkingsakte 2019

Echtgenoten X-Y wensen hun schenkingsakte van 2019 (onroerende goederen aan hun drie kinderen) te wijzigen. Het conventioneel beding van terugkeer wordt omgevormd naar een optioneel conventioneel beding van terugkeer dat ook van toepassing is wanneer de begiftigde wel afstammelingen nalaat.

Oorspronkelijk keerden de geschonken goederen automatisch terug bij vooroverlijden van een begiftigde zonder afstammelingen. Met de wijziging krijgen de schenkers de keuze of de goederen al dan niet terugkeren, ook wanneer de vooroverleden begiftigde wel afstammelingen nalaat. Dit geeft de schenkers de mogelijkheid om te beoordelen of de afstammelingen reeds rijp genoeg zijn om de geschonken goederen te verkrijgen.

Daarnaast worden extra voorwaarden toegevoegd: een slechte-pad-clausule, verbod van inbreng in de huwgemeenschap en een fideicommis de residuo (restschenking). Deze uniformisering moet toekomstige discrepanties tussen verschillende schenkingsaktes vermijden. De Vlabel bevestigde dat de wijzigingen van de modaliteiten van de schenking op zich geen schenkbelasting of erfbelasting tot gevolg hebben en geen fiscaal misbruik uitmaken. Bij de restschenking wordt verduidelijkt dat bij overlijden van de eerste begiftigde schenkbelasting opeisbaar wordt op de tweede schenking.


June, 31 mei 2025.

Andere nieuwsberichten

Beslissingen van de Vlabel in de maand juni 2025

In de maand juni zijn er in totaal 17 beslissingen verschenen die relevant zijn voor successieplanning. Wij vatten deze hierna voor u samen aan de hand van de volgende thema’s: Huwelijksvoordelen in scheiding van goederen Kanscontracten Inbreng in een maatschap en...

Lees meer