Wij zullen wekelijks een nieuwsbrief publiceren met de gepubliceerde standpunten en voorafgaande beslissingen rond successieplanning.
In de week van 15 april 2024 heeft de Vlaamse Belastingdienst (Vlabel) diverse voorafgaande beslissingen gepubliceerd. Deze beslissingen hebben betrekking op verschillende belangrijke thema’s, zoals de inbreng-schenking, verblijvings- en toekenningsbedingen, en bedingen van aanwas.
1/ Inbreng-schenking (inbreng ten behoeve van een derde via een maatschap)
Ten eerste zijn er 2 beslissingen met betrekking tot wat wij eerder de inbreng-schenking noemden (https://june.estate/inbreng-ten-behoeve-van-een-derde-met-een-maatschap-met-en-zonder-uitgifte-van-nieuwe-aandelen/). Het gaat om VB24004 en VB23050 waarin de Vlabel het principe van de inbreng-schenking opnieuw erkent. Dit principe houdt in dat ouders vermogen kunnen overdragen aan hun kinderen via een onrechtstreekse schenking, namelijk een inbreng in een maatschap ten behoeve van een derde. Zoals steeds, bevestigt Vlabel enkel de fiscale uitwerking inzake de erfbelasting. Over de registratieverplichting van de schenking kan zij zich niet uitspreken, aangezien dat een federale materie is.
In VB24004 vindt de inbreng plaats zonder uitgifte van aandelen, terwijl VB 23050 ‘nieuw’ is op dit punt, aangezien er sprake is van een disproportionele toekenning. De maatschap reikt dus nieuwe aandelen uit, gedeeltelijk aan de ouders (inbrengers), gedeeltelijk aan de kinderen (die geen inbreng doen).
In beide voorafgaande beslissingen vragen de aanvragers ook de bevestiging dat artikel 2.7.1.0.5 VCF niet van toepassing is op de winstreservatie. Dat vraagt een woordje uitleg. In VB23050 creëert de familie A- en B- aandelen, waarbij de A-aandelen toekomen aan de ouders. Deze A-aandelen geven recht op 75% van de winst. Er is weliswaar geen reservering van de winst wat de overige 25% betreft. Ook in VB24004 zijn er A- en B-aandelen, maar de A-aandelen krijgen bijzondere rechten, zoals de voordracht van bestuurders. De A-aandelen hebben geen recht op een bijzonder deel van de winsten. Nochtans is er toch de vraag naar bevestiging m.b.t. artikel 2.7.1.0.5 VCF. In eerdere voorafgaande beslissing was er wel sprake van een reservering van winsten (zie het overzicht op https://june.estate/inbreng-ten-behoeve-van-een-derde-met-een-maatschap-met-en-zonder-uitgifte-van-nieuwe-aandelen/) en heeft men de aanvragen grotendeels overgenomen.
2/ Verblijvings- en toekenningsbedingen
Verblijvings- en toekenningsbedingen zijn huwelijksvoordelen in een stelsel van scheiding van goederen. Verblijvingsbedingen zijn gekoppeld aan onverdeelde goederen, terwijl toekenningsbedingen inhouden dat de echtgenoten aan de langstlevende de eigendom toekennen van niet-onverdeelde goederen. Onlangs waren er enkele fiscale vraagtekens bij deze technieken, omdat de VLABEL in enkele beslissingen oordeelde dat er sprake is van fiscaal misbruik.
In verschillende gevallen was de aanleiding van de beslissing de overstap van een gemeenschapsstelsel naar een stelsel van scheiding van goederen, met toevoeging van verblijvings- en/of toekenningsbedingen. Het gaat om VB20019, VB20042, VB20044, VB20075, VB21029, VB23069. De Vlabel argumenteert dat de enige keuze voor dergelijke bedingen het fiscaal voordeel is dat ermee kan bereiken en dat partijen veel eerder hadden kunnen overstappen naar een stelsel van scheiding van goederen als dat ook echt de bedoeling was. Nochtans aanvaardde Vlabel in VB2023 wel dat er geen fiscaal misbruik is, hoewel partijen recent nog gehuwd waren onder een stelsel van scheiding van goederen met gemeenschap van aanwinsten. Eén van de kinderen was onbekwaam. Daarom was een regeling die reserveproof is noodzakelijk, hetgeen de Vlabel leek te aanvaarden als niet-fiscaal motief. E.e.a. is natuurlijk ook mogelijk in een gemeenschapsstelsel. De echtgenoten waren wel al meer dan 4 jaar geleden overgestapt naar een nieuw stelsel.
Ook de combinatie met een TIGV aanvaardt de Vlabel niet altijd, zo bijvoorbeeld in VB20009, VB20033 en VB23086.
De Vlabel aanvaardde doorgaans wel de vervanging van een verrekenbeding in een verblijvings- of toekenningsbeding. Recente voorbeelden zijn VB21072, VB22018, VB22026, VB22042, VB23019.
Voor echtgenoten die aanvankelijk al gehuwd waren onder een stelsel van scheiding van goederen en nu pas overwegen om een verblijvings- of toekenningsbeding toe te voegen, zijn de beslissingen ook overwegend positief: VB23076, VB23074 en VB23067. Nochtans soms ook negatief, zoals in VB23020 (kinderloos koppel) en VB23051 (eveneens een kinderloos koppel). Voor kinderloze echtparen is er nog geen enkele positieve voorafgaande beslissing over verblijvings- of toekenninsbedingen. In situaties waarbij er gemeenschappelijke kinderen zijn, was er negatieve beslissing in VB23042. Mogelijk was het feit dat men één welbepaald goed wou toekennen aan de langstlevende een doorn in het oog?
Met VB23093 bevestigt de VLABEL dat deze technieken nog steeds kunnen worden toegepast zonder dat zij fiscaal misbruik uitmaken. De echtgenoten waren aanvankelijk al gehuwd onder een stelsel van scheiding van goederen. Er zijn geen gemeenschappelijke kinderen, wel kinderen uit een vorige relatie voor beide echtgenoten. De Vlabel aanvaardt het reserveproof karakter en de verzorging van de langstlevende als niet-fiscaal motief.
3/ Bedingen van aanwas
Bedingen van aanwas hebben enigszins aan populariteit ingeboet op het gebied van successieplanning. Ze waren in het verleden erg populair bij onder andere echtgenoten voor ‘eigen’ goederen, zowel in een stelsel van scheiding van goederen als een gemeenschapsstelsel. Met de opkomst van de verblijvings- en toekenningsbedingen (waarbij onder andere geen gelijkwaardige inleg of gelijkaardige levensverwachting nodig is), komen zij minder voor. Echter, voor niet-gehuwde koppels blijft deze techniek interessant. De VLABEL blijft positief, en ook in VB23089 oordeelt de VLABEL dat het beding van aanwas niet onderworpen is aan schenk- en erfbelasting. De betrokken partijen hebben een gelijkaardige levensverwachting en er is een gelijkwaardige inleg (zie SP17044). Er is evenmin sprake van fiscaal misbruik.
June, 21 april 2024.